Het oog wordt omringd door heel wat spieren die op hun beurt aangestuurd worden door 3 verschillende hersenzenuwen.
Algemeen zorgen de oogspieren ervoor dat het oog zelf in de oogkas kan bewegen. Bovendien zorgen de spieren ervoor dat beide ogen symmetrisch bewegen t.o.v. elkaar.
We onderscheiden 2 groepen spieren met elk een aparte werking:
De rechte oogspieren bevinden zich aan de bovenkant, onderkant en aan beide zijkanten van het oog.
De schuine oogspieren stellen ons in staat om het oog diagonaal te laten bewegen.
Bij voorwerpen dichtbij draaien onze ogen naar binnen voor een goede weergave. Het van dichtbij scherp stellen heet ‘convergeren’. We convergeren dus steeds bij oa.:
Sommige mensen ondervinden -mettertijd- hinder om naar de binnenkant te kijken omdat de binnenste oogspieren niet sterk genoeg zijn om de beweging naar binnen uit te voeren.
Gevolg? Wazig beeld en dubbel zicht (ook wel convergentiezwakte genoemd).
Gelukkig kan jouw oogarts je enkele gerichte technieken en oefeningen aanleren zodat je zelf deze binnenste oogspieren kan versterken en de draaibeweging naar binnen kan verbeteren. In het geval dat oefeningen alleen niet volstaan kan een prismabril of operatie aangeraden worden.
Stress is net zoals in vele gevallen ook voor het oog een slechte raadgever en kan in sommige gevallen leiden tot een teveel aan spanning op de oogspieren. Hierdoor ontstaat een lichte vervorming van de oogbol en ontstaat een wazig zicht.
Welke elementen oefenen naast stress nog een negatieve invloed uit op de spieren?
Een verhoogde spierspanning kan ook leiden tot andere oogspier problemen zoals dubbelzien en zelfs tot ongecontroleerde oogspierbewegingen. Werken de spieren van beide ogen niet synchroon kan er scheelzicht optreden.
Jouw oogarts kan bij bepaalde symptomen een spieronderzoek aanbevelen waardoor de functie, staat en balans ervan in kaart gebracht wordt.