Refractie is het proces waarbij de lichtstralen door het oog (het hoornvlies en de lens) onder een bepaalde hoek ‘gebroken’ worden. Deze lichtstralen worden vervolgens op het netvlies geprojecteerd waardoor de hersenen ze bij het zien op verre afstand omzetten in een scherp beeld.
Hoe komt het dat we bij het zien van dichtbij ook scherpe beelden kunnen waarnemen?
Hier ligt een belangrijke taak voor de ooglens. Onze lens kan immers ‘accommoderen’, hetgeen je het best vergelijkt met een fototoestel. Dankzij dit proces van accommodatie verstelt de ooglens zich telkens op die manier, zodat alle binnenvallende stralen correct gebroken worden en mooi op het netvlies (de retina) vallen. Resultaat: een scherp beeld!
Bij een ‘normale lichtbreking’ vallen de lichtstralen steeds exact op het netvlies, waardoor beelden op verre afstand scherp weergegeven worden.
Er bestaan echter ook situaties waarbij de sterkte van het hoornvlies en de ooglens zich niet goed verhouden ten opzichte van de lengte van de oogbol. Op dat moment spreken we van een refractie- of brekingsafwijking.
Welke zijn de verschillende brekingsafwijkingen?
De oorzaak van deze ontwikkeling is de toenemende lengte van het oog tijdens de jeugd waardoor het “brekend vermogen” te sterk wordt en het licht vóór het netvlies valt.
Resultaat:
Verziendheid (ook wel ‘hypermetropie’ genoemd) treedt op wanneer:
Resultaat:
Wanneer het oog niet perfect rond is en het horizontaal langer is dan verticaal, neemt het oog de vorm aan van een cilinder.
Gevolg?
De lichtstralen worden nu niet langer gelijkwaardig gebroken: sommige lichtstralen worden wél gebroken en andere weer niet. Er ontstaan nu 2 brandpunten (focuspunten) omdat de lichtbreking in de ene richting anders verloopt dan in de andere richting.
Je kan zelf heel eenvoudig testen of er mogelijk sprake is van astigmatisme.
We leggen het stapsgewijs voor je uit!